dinsdag 6 maart 2012

Waar kwam die knal dan wel vandaan?

Als kind luisterde ik veel naar de kinderliedjes van Elly & Rikkert. Eén van hun liedjes (De Meiden van Stavast) zegt: "Vandaag was er een nieuwe lerares biologie, een levend voorbeeld van de evolutietheorie. Ze zegt: "Heel dit heelal is door een grote knal ontstaan", ik vraag me af, waar kwam die knal dan wel vandaan?" Ik heb geen hekel aan de liedjes van Elly & Rikkert, maar sommigen ervan hebben me wel gevuld met bepaalde gedachten over de werkelijkheid, waarvan ik nu niet meer weet wat ik ervan moet denken. Gelukkig hebben Elly en Rikkert in hun beginperiode (naar mijn smaak) ook best sterke nummers gemaakt, zoals Verwende Jongetjes (alleen om naar te luisteren, niet om naar te kijken..). Dat compenseert een beetje...

Het door mij aangehaalde liedje zet in de eerste plaats op de verkeerde been als het gaat om wat de term Big Bang inhoudt. De Big Bang is anders dan veel mensen denken geen eenmalige (theoretische!) gebeurtenis aan het begin van de tijd, maar gebeurt nog steeds: het universum breidt zich steeds meer uit. Het is geen explosie, maar een expansie. De kennis hierover binnen de natuurkunde is nog minimaal en dus wordt er doorlopend astrofysisch onderzoek verricht. In 2011 kregen Saul Perlmutter, Brian Schmidt en Adam Riess bijvoorbeeld de Nobelprijs voor Natuurkunde omdat zij eind jaren negentig ontdekten dat het universum zich zelfs versneld uitbreidt in plaats van vertraagd, wat tot aan hun ontdekking de veronderstelling was. Gelukkig wordt op de internet hun ontdekking uitgelegd in Jip en Janneketaal, zodat ik het ook een beetje kan begrijpen. Al lezende over astrofysica kom ik termen tegen als 'donkere energie' en 'donkere materie', verschijnselen die een groot mysterie vormen. Het bepaalt me bij wat de mens allemaal (nog) niet weet.

Terug naar De Meiden van Stavast: is er nog ergens ruimte voor God in dit universum? Daarmee bedoel ik: kijkend naar wat we wel weten, waar vinden we dan iets dat wijst op God? In de donkere energie? In de donkere materie? In de veronderstelling dat ons universum op een dag weer zal gaan krimpen?

Stephen Hawking, één van 's werelds beroemdste wetenschappers en icoon van de theoretische natuurkunde, heeft uitspraken gedaan als: “The question is: is the way the universe began chosen by God for reasons we can't understand, or was it determined by a law of science? I believe the second." en "Because there is a law such as gravity, the Universe can and will create itself from nothing." Hij vindt God helemaal nergens. Veel van zijn atheïstische volgelingen zijn het roerend met hem eens, maar het is mij niet helemaal duidelijk hoe Stephen Hawking denkt de idee God uit te kunnen roeien met een statement over de wet van de zwaartekracht. Hawking doet een aanname die hij evenmin kan bewijzen als de persoon die aanneemt dat God achter het ontstaan van het universum zit.

In haar boek "Trusting Doubt" levert Valerie Tarico, ex-christen, christelijke apologetici op de hak. Ze zegt:  "Apologists start with a set of handed down conclusions and then reason backwards from there, drawing in logic and evidence only as these support their foregone conclusion." Een fundamentalistische atheïst past in hetzelfde hokje. De atheïstische aanname laat bij voorbaat geen ruimte voor het bestaan van God. Niet in de fysica, maar ook niet in de metafysische benadering van de werkelijkheid. De fundamentalistische atheïst kan dan dus niet anders dan alle verschijnselen die hiermee conflicteren terug te voeren op het materialistische mensbeeld.

Is het überhaupt mogelijk een neutraal vertrekpunt te vinden bij het nadenken over God? Zijn er alternatieve verklaringen voor het ontstaan van het heelal die niet per definitie een blinde vlek creëren voor een eventuele God? Is de Big Bang theorie per se de beste verklaring die voor handen is, of is het alleen maar de beste verklaring voor wanneer je God moet uitsluiten als factor in de totstandkoming van het heelal? Met ander woorden: is er een teleologische verklaring voor het ontstaan van het heelal of zijn we per definitie veroordeeld tot naturalisme? Op welke van die twee kom je uit als het je echt niet uitmaakt wat het antwoord is?

1 opmerking:

  1. Als ik Hawking goed heb begrepen in The Grand Design (waar dat tweede citaat uitkomt) dan is de zwaartekracht een soort negatieve energie die er uiteindelijke voor zorgt dat de totale hoeveelheid energie in het heelal precies nul is. Dat zou het mogelijk maken om vanuit het niets een big bang te laten plaatsvinden. Of zoiets...

    Dus ja, dit is hoe dan ook experimenteel en geeft geen absolute zekerheid. Maar het is wel een soort extrapolatie van kennis die binnen ons universum prima lijkt te werken. Daarom zou ik het niet direct op één lijn zetten met de verklaring dat god het heeft gedaan. Ook al kun je beide verklaringen niet met 100% zekerheid aannemen danwel verwerpen, dat betekent nog niet dat ze ook allebei even waarschijnlijk zijn.

    Dan jouw andere vraag: "Is het überhaupt mogelijk een neutraal vertrekpunt te vinden bij het nadenken over God?"

    Ik denk van niet. Maar ik denk ook dat dat niet alleen voor het nadenken over God geldt, maar voor eigenlijk alles. Descartes mag dan begonnen zijn met overal aan twijfelen, maar uiteindelijk kwam hij toch weer uit bij een wereldbeeld dat naadloos paste in zijn tijd en cultuur en dat achteraf op vele punten toch weer achterhaal blijkt te zijn.

    Heidegger zegt in dit verband ook dat ons bestaan altijd een in-de-wereld-zijn is. We staan nooit los van de wereld waarin wij leven, krijgen onze opvattingen mee in onze opvoeding en zullen daar behoudens enige bandbreedte veelal aan vast blijven houden.

    Daarom is filosofie, theologie en ook de "harde wetenschap" zo mooi te beschrijven als een historisch proces waarin we stapje voor stapje van nogal primitieve ideeën (platte aarde) ons hebben opgewerkt naar onze huidige ideeën.

    Dat betekent dus ook dat onze huidige ideeën en de huidige wetenschappelijke inzichten eens weer achterhaald zullen wezen. Ons denken is dus contingent, afhankelijk van onze tijd en cultuur. Dit is een belangrijk punt van Richard Rorty die zich vervolgens een ironicus noemt, iemand die weet dat zijn eigen ideeën geen waarheid zullen zijn.

    Nou ja, dat geeft dus aan dat het nogal lastig is om a la Descartes eens even goed en wel vanaf nul te beginnen en een mooie conclusie te trekken.

    BeantwoordenVerwijderen