vrijdag 1 februari 2013

een psalm

ik zing psalm tweeënveertig
hart, onrustig, vol van zorgen
ja, ik ben het die denkt,
bij dag, bij nacht
waar is hij dan, je heer, je god?
maar ook: zal ik als zij in micha zeven
worden vertrapt als vuil op straat?
zou ik niet beter
zoals Job
verlangen naar
de geborgenheid van moeder aarde?

of is er hoop voor kleine mensen
zoals ik, kan ik
met david eind’loos smeken
vernieuw mijn hart, mijn heer, mijn god
en dan met asaf
zie niet onbewogen toe?

ik voel mij echter ondanks dat
zo godvergeten en alleengelaten
is er een spreuk, een strijdkreet dan,
waarvan men weet
dan gaat de hemel open
of ligt juist in de winternacht
het groot geheim besloten