dinsdag 20 maart 2012

Uit met de eeuwigheid

Zo langzamerhand drogen mijn grootste frustraties uit.
Of word ik in beslag genomen door gewonere dingen, net hoe je het wilt zien.

Ik kwam vandaag een gedicht tegen van Hans Andreus, wiens gedichten mij vaak erg aanspreken.
Met net het boek van Klaas Hendrikse -dat weinig te raden overlaat, maar op een bepaalde manier ook troostvol voor me is- achter de kiezen, wijst Andreus posthuum naar het geheime, het mysterieuze, het onuitspreekbare, het onnoembare dat ik ondanks alles probeer aan te raken. Zelfs al is het maar voor heel even.


Laatste gedicht - Hans Andreus
       
Dit wordt het laatste gedicht wat ik schrijf,
nu het met mijn leven bijna is gedaan,
de scheppingsdrift me ook wat is vergaan
met letterlijk de kanker in mijn lijf,

en, Heer (ik spreek je toch maar weer zo aan,
ofschoon ik me nauwelijks daar iets bij voorstel,
maar ik praat liever tegen iemand aan
dan in de ruimte en zo is dit wel

de makkelijkste manier om wat te zeggen),-
hoe moet het nu, waar blijf ik met dat licht
van mij, van jou, wanneer het vallen, weg in
het onverhoeds onnoemelijke begint?

Of is het dat jij me er een onverdicht
woord dat niet uitgesproken hoeft voor vindt?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten