zondag 30 september 2012

De herziene tien

In onze cultuur blijken kinderen het beste te reageren op een positieve benadering.
In pedagogiekland wint 'positief opvoeden' dan ook aan terrein. Om eerlijk te zijn is God hier in de eerste vijf bijbelboeken bepaald geen ster in. Het woord 'niet' komt alleen al in de tien geboden  zeven keer voor voor, en in de boeken Exodus, Leviticus en Deuterenomium lees ik het maar liefst 618 maal.

Tijdens kerkdiensten op gereformeerde leest heb ik de tien woorden al heel wat keren voorbij horen komen. En dus ook het woordje 'niet'. Deze week dacht ik na over de verlammende uitwerking die dit kan hebben. Want zelfs met theologische noties over de bevrijdende aard van de tien grondregels (ja, die zijn er!) in mijn achterhoofd, is een wekelijkse herinnering aan de tien grondregels best een pijnlijk gebeuren. Zowel een individueel als collectief falen is bij voorbaat gegarandeerd. (Natuurlijk wordt in de kerk ook de oplossing gepreekt in de vorm van Jezus als offer voor de zonden van de wereld, maar ook dan mét de kanttekening dat de wet nog altijd geldt als richtlijn voor een goed leven. Je hebt je er aan te houden uit dankbaarheid in plaats van plichtsgevoel.)

Overigens, hoewel voor veel kerkgangers de tien geboden het enige stukje 'wet' zijn dat ze lezen, weet een beetje bijbellezer dat de bijbelse wetten een veel groter stuk van de bijbel beslaan dan alleen Exodus 20:1-21 of Deuteronomium 5. Ben Hobrink bijvoorbeeld heeft het grotere geheel bestudeerd en constateerde dat de voedselwetten, de maatregelen tegen melaatsheid en de manieren om de verspreiding van besmettelijke ziekten tegen te gaan blijken, nog hartstikke actueel zijn! Sterker nog: de bijbel is volgens sommigen de wetenschap ver vooruit. Wauwiedepauwie!

Ondertussen gaat de Thora óók over de onreinheid van vrouwen na een bevalling (waarbij meisjes een groter verontreinigend effect hebben dan jongens), over vervloeking van de baarmoeder van ontrouwe vrouwen en over de betalingsregeling die een verkrachter van een maagd zal treffen met zijn aanstaande schoonvader, enzovoorts. Zelfs christelijke vrouwen die niet veel op hebben met het feminisme, zullen niet terugverlangen naar die vroeger tijden. Als dat geen gigantisch vraagteken achter christen-fundamentalisme is (en dan met name achter de vermeende Bijbelse onfeilbaarheid), dan weet ik het niet meer. Ik voor mijzelf concludeer, dat het toch hoogst verwonderlijk is dat God dit soort vrouwonvriendelijke wetten letterlijk in Mozes' oor fluisterde, om een paar duizend jaar later in Nederland te worden gepredikt als een God die een vrouw van evenveel waarde acht als een man (eh, op reformatorische vrouwen in de politieke arena na dan).

Ik ben uiteraard niet de eerste die hierin een tegenstelling ervaart en er zijn dan ook mooie theologische oplossingen voor bedacht. Volgens Paulus is de wet bedoeld om de mens bewust te maken van onze zonde. Zo zou Gods openbaring zich hebben ontwikkeld door de tijd. Een ander heeft bedacht dat de menselijke wetten van Mozes ondergeschikt zijn aan de goddelijke tien woorden, omdat de eerste categorie wetten niet en de laatste categorie wetten wel rechtstreeks door God aan Mozes werd gegeven. En als we de oude wetten zien in de context van hun tijd, wordt het helemaal aangenaam: voor een nomadisch volk dat een paar duizend jaar voor Christus leefde, waren het héél aardige wetten.

Om eerlijk te zijn, weet ik niet precies wat ik ervan moet denken. Als je vraagtekens begint te stellen bij de bijbelse onfeilbaarheid, hoef je Paulus' theorieën over de betekenis van de wet niet per se meer voor waar aan te nemen. In de geest van Triple P, heb ik in elk geval besloten de tien woorden eens positief te benaderen en ze om te vormen tot regels die vrijheid scheppen om voluit te leven met respect voor mezelf en voor de ander/Ander. Een eerste aanzet:

  1. Mens, zoek verbinding met het heilige.
  2. Mens, behoud je zicht op het onzichtbare en kijk verder dan wat het oog ziet.
  3. Mens, je opdracht in dit leven is om na te streven: liefde, vreugde, vrede, trouw, lankmoedigheid, vriendelijkheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen ander die jouw levenstijd kan gebruiken om deze opdracht te vervullen: draag je verantwoordelijkheid met gevoel voor eigenwaarde.
  4. Mens, neem je rust. Ont-moet. Gebruik je zintuigen om te ervaren wat je zo vaak mist. Sluit je ogen of open ze juist voor wat je in de week aan je voorbij liet gaan. Geniet van stilte of luister naar wat je tot nu toe niet horen kon. Zet je mond stil of zing, schreeuw, bid, lach en bewonder. En rust.
  5. Mens, je hebt een verleden, heden en toekomst. Erken je lijn van afstamming en verbind je met je bloedverwanten. Jij bent deel van hen en zij zijn deel van jou. Zij zijn jouw respect waardig, zoals jij hun respect waardig bent.
  6. Mens, alleen jouw leven komt jou toe. Deel het met anderen en nodig ze uit tot groei en bloei.
  7. Mens, zet je ten volle in voor je relatie met je man of vrouw. Jouw tegenover is je medemens. Die medemens is het waard om te worden liefgehad, zoals jij het waard bent liefde te ontvangen. Gedraag je constructief: schep en herschep omstandigheden waarin de liefde gedijt. Vergeef jezelf wanneer je scheppingskracht verloren lijkt - nodig de liefde opnieuw uit onder deze voorwaarden.
  8. Mens,wees gelukkig met wat je hebt. Eigen alleen datgene toe wat je werkelijk toebehoort. Zorg voor het geld of goed van de ander als was het jouw bezit.
  9. Mens, wees eerlijk en waarachtig. Laat een ander van je opaan kunnen.
  10. Mens, gun een ander zijn geluk, zijn bezit en zijn relaties. Oefen je in blijdschap en geduld. Gebruik je oren, ogen, hart en handen wanneer je medemens iets tekort komt. Deel van wat jou ten deel viel.






zondag 23 september 2012

God en zijn superheldcomplex

Nadenkend over God, kwam ik tot de conclusie dat ik eigenlijk altijd vooral in een Opperwezen geloofd heb. Hoewel je als christelijk kind van jongsaf aan verteld wordt, dat God niet is als een mens, leer je desondanks al vroeg om je hem als een soort Superheld voor te stellen.

Ten eerste wordt God in de kerk almachtig genoemd, bijvoorbeeld door de woorden van de apostolische geloofsbelijdenis of een lied. Almacht volgens Wikipedia is onbeperkte macht over alles en iedereen. Met dat woord in relatie tot God kwam ikzelf in de knoei. Want hoe werkt dat, zo'n almachtige God? Betekent 'almachtig' dat hij alles kan? Kan hij voor mijn huis in een oogwenk een flatgebouw met inwoners doen verrijzen? Kan hij de Mount Everest verplaatsen? Kan hij een terminale kankerpatiënt genezen? Kan hij scheppen in zes dagen? Had hij de tsunami van 2004, waarin 200.000 mensen stierven en vele miljoenen emotionele en/of materiële schade opliepen, maar waaraan wij en onze Thaise vakantiebungalow zonder schade aan ontkwamen, kunnen voorkomen? Of kunnen omleiden? Of heeft hij hem aangericht? Kan God een mens laten opstaan uit de dood? Moet ik dit soort dingen geloven over God, om hem God te laten zijn?

Interessant genoeg zullen kinderen in deze tijd wellicht minder snel worstelen met Gods vermeende almacht. In de NBG-Vertaling heette God nog 49 keer de Almachtige, in de Nieuwe Bijbelvertaling komt deze aanduiding nog maar 11 keer voor, waarvan 9 keer in het dubieuze boek Openbaring. Een voorbeeld: waar Abraham in 1951 in de NBG-vertaling nog te horen krijgt: "Ik ben God, de Almachtige", heeft hij in de Nieuwe Bijbelvertaling van 2004 ineens van doen met "God, de Ontzagwekkende" (Genesis 17). Almacht is blijkbaar niet meer wat het geweest is. Het past misschien ook niet meer zo bij hoe wij mensen denken over God. De tegenwoordig meer populaire boodschap over God is die van een nabije, Ik-zal-er-zijn en niet die van de heerser op de troon in het hemelrijk.

Een tweede invloed die leidt tot het beeld van God-als-Superheld zijn de liedjes die je als kind aangeleerd krijgt in een christelijke leefomgeving. Ik kan me bijvoorbeeld herinneren: "Jong en Oud. Wees niet Koud. Zeg het voort. Hij is groter, mooier, sterker en beter." Of: "Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig, er is niets dat God niet kan doen." Tegenwoordig klinkt op christelijke kindercd-tjes: "God is de beste, de beste voor altijd." Zo verwordt God langzaam maar zeker tot antropomorfe (vermenselijkte) Alleskunner: in elk opzicht de overtreffende trap van de mens die toenadering tot Hem zoekt: sterker, beter, mooier, wijzer, machtiger (nou ja, niet elk opzicht. God is meestal niet handiger, seksueler, geleerder, verliefder, gespierder dan mensen).

Een derde invloed is dat het eigenlijk wel prettig is om in God-als-Superheld te geloven. Dan kan hij immers oplossen en goedmaken, wat wij door niet of onjuist te handelen aan rottigheid veroorzaken. God kan alles met alles en iedereen op elk moment. Wij kunnen 's nachts lekker slapen, zelfs als de wereld in brand staat. God is in control, tot in de puntjes zowel ons individuele als dat van de mensheid en de planeet in zijn geheel.

In de jaren zestig kwam de God-is-dood theologie op. Het was een reactie op een godsbeeld dat niet bleek opgewassen tegen de realiteit van de Tweede Wereldoorlog. Ik ken de uitspraak "God is dood" vooral van Nietzsche. Ik was eigenlijk minder bekend met de context waarin Nietzsche dit zegt. Hij zegt namelijk niet alleen dat God dood is, hij zegt in de eerste plaats dat wij God vermoord hebben.

"Wohin ist Gott? rief er, ich will es euch sagen! Wir haben ihn getödtet, – ihr und ich! Wir Alle sind seine Mörder! Aber wie haben wir diess gemacht? Wie vermochten wir das Meer auszutrinken? Wer gab uns den Schwamm, um den ganzen Horizont wegzuwischen? Was thaten wir, als wir diese Erde von ihrer Sonne losketteten? Wohin bewegt sie sich nun? Wohin bewegen wir uns? Fort von allen Sonnen? Stürzen wir nicht fortwährend? Und rückwärts, seitwärts, vorwärts, nach allen Seiten? Giebt es noch ein Oben und ein Unten? Irren wir nicht wie durch ein unendliches Nichts? Haucht uns nicht der leere Raum an? Ist es nicht kälter geworden? Kommt nicht immerfort die Nacht und mehr Nacht? […] Gott ist todt! Gott bleibt todt! Und wir haben ihn getödtet! Wie trösten wir uns, die Mörder aller Mörder?"

God is dood? Ik weet het niet. Er is zoveel over God te zeggen en tegelijkertijd kun je eigenlijk het beste je mond houden als je het hebt over God. Maar dat van die almacht, dat geloof ik verder wel. Het is tijd om het heft in eigen handen te nemen en te mijn kleine bijdrage te leveren aan waar God of het hoogste doel in vrijwel elke religie voor staat: nederigheid, liefdadigheid en waarheid(sgetrouwheid) - zoals beschreven door de vermaarde godsdienstwetenschapper Huston Smith in o.a. een interview met Jeffrey Paine in de Huston Smith Reader:

"As for the kind of person we should become, the virtues point the way. In the west these are commonly identified as humility, charity and veracity.  Humility has nothing to do with low self-esteem; it is to recognize oneself as one and fully one but not more than one. Charity is to look upon your neighbor as fully one (with rights and privileges pertaining thereto) just as your are one. Veracity begins with not being deceitful, but it ends in the sublime objectivity that sees things exactly as they are, undistorted by our subjective preferences. These are the virtues of the West.
Asia has the same three virtues, but enters them through the “back door” so to speak, by speaking of three poisons – traits that keep the virtues from flourishing in us. The three are greed (the opposite of humility), hatred (the opposite of charity), and dlusion (the opposite of veracity). To the extent that we expunge these three poisons, the virtues will flood our lives automatically. The convergence of East and West in these areas is remarkable."

***
Tederheid - Dorothee Sölle
Toen ik over de tederheid van God wilde vertellen moest ik de oudste sprookjes erbij halen
van de nachtegaal die zo zingt dat allen buiten zinnen raakten
niet hier niet hier

Toen ik de tederheid van God wilde meedelen
heb ik geluisterd heb ik gezwegen heb ik zachter gepraat
niet hier niet hier

Toen ik de tederheid van God ging uitdelen
zag ik het ongeloof op twee gezichten van een man en een meisje heel langzaam smelten
of je het gelooft of niet
dat was hier dat was hier


donderdag 20 september 2012

Demasqué van de ziel?

What if you slept, and what if in your sleep you dreamed, and what if in your dream you went to heaven and there plucked a strange and beautiful flower, and what if when you awoke you had the flower in your hand?

Ah, what then?

Samuel Taylor Coleridge

Nog niet zo lang geleden was Bert Keizer in mijn woonplaats voor een lezing. Helaas kon ik er niet heen, maar ik was wel erg benieuwd naar wat hij te zeggen had over het thema "Waar blijft de ziel?" Die vraag was ook al de titel van zijn essay voor de Maand van de Filosofie in 2012: blijkbaar houdt deze kwestie de postmoderne mens bezig?

Gelukkig hebben we google, en vond ik onder andere een interview dat een tipje van de sluier oplichtte over Keizers visie op de ziel. Hij werd geïnterviewd voor Filosofie Magazine naar aanleiding van zijn boek Onverklaarbaar bewoond. Het wonderlijke domein van de hersenen. Keizer liep en keek voor dit boek een tijdje mee op de afdeling Hersenchirurgie van het VUmc. In het interview naar aanleiding van de publicatie van dit boek, staat: "In zijn slotwoord schrijft Keizer dat hij ‘alleen maar dieper verstrikt geraakt is in de onontkoombaarheid van ons samenvallen met de hersenen’. Dan zou je zeggen dat de ‘ziel’ als concept onbruikbaar is geworden. Maar hij houdt wel degelijk vast aan dat begrip. Keizer: ‘Ik ben geen reductionist, die zegt: “Liefde is eigenlijk slechts een chemische reactie, enkel een kwestie van stofjes.” Het feit dat je een bepaald fenomeen óók terugziet als een chemische reactie, wil niet zeggen dat het enkel daaruit bestaat."

Denk nu maar niet dat je Keizer nu zult kunnen betrappen op enige vorm van "buitenlichamelijkheid" (of: "buitenwetenschappelijkheid"). Want hoewel hij afstand neemt van het materialistisch-reductionistische perspectief ("Gooi je dan een kind op het vuur als je het koud hebt – een kind is toch ook slechts een verzameling moleculen?"), ziet hij net zo min heil in de opvattingen van bijvoorbeeld Pim van Lommel.

Pim van Lommel deed onderzoek naar bijna-doodervaringen en publiceerde hierover in 2001. Na zijn emeritaat schreef hij ter aanvulling de dikke pil Eindeloos Bewustzijn, waarin hij stelt dat het menselijk bewustzijn na de dood buiten het lichaam blijft bestaan. Dit correspondeert prettig met het christelijke idee over de ziel, hoewel de BDE's tegelijkertijd een behoorlijke uitdaging vormen voor de traditioneel christelijke leer. Het zijn namelijk zeker niet alleen christenen die een tunnel van licht zien of diepe liefde ervaren tijdens hun BDE.

Nu zou ik met alleen dat gegeven best kunnen leven, maar daarnaast is er op Van Lommel bovendien nogal wat (mijns inziens vaak terechte) kritiek. Die kritiek leidt ertoe dat ik nu niet 1-2-3 de barricades opdurf met een pleidooi voor een hiernamaals.

Bert Keizer reikt in het genoemde interview een middenweg aan, geïnspireerd door het werk van Alva Noë. Noë zegt dat het menselijke bewustzijn niet te reduceren is tot ons brein (Dick Swaab), maar dat hier meer voor nodig is. Ook onze opvoeding, onze cultuur, ons lichaam, enzovoorts spelen een rol. In een artikel zegt Noë: "The brain is essential for our lives, physiology, health and experience. But the idea that it is the whole story, or even the key to understanding the story, is not a scientific conclusion. It’s a prejudice. Consciousness requires the joint operation of the brain, the body and the world." Een onderzoek van wetenschappers van de Universiteit van Iowa lijkt hem gelijk te geven: patient R tart de huidige opvattingen over de plaats van het zelfbewustzijn in de hersenen. Zo doet Noë recht aan de huidige stand van de medische wetenschap én aan het menselijk gevoel dat er méér een rol speelt in het leven dan alleen onze schedelinhoud.

Drie zaken lijken echter een uitdaging vormen voor zowel het materialistisch-reductionistisch perspectief als het idee van Alva Noë:
  • vericidale perceptie - dat wil zeggen: visuele waarnemingen/hallucinaties tijdens een staat van hersendood, waaronder aan aantal verhalen van mensen die visuele waarneming hadden gehad tijdens een Out of Body Experience, terwijl ze van hun geboorte af blind waren geweest. (Helaas zijn sommige van deze accounts vals of niet meer te traceren, maar andere verhalen lijken de skepsis toch echt te kunnen doorstaan. De hoeveelheid BDE's is sowieso indrukwekkend. Hiernaar is op dit moment het AWARE-onderzoek gaande door onderzoeksleider Sam Parnia, resultaten verwacht in 2012);
  • terminale luciditeit - dat wil zeggen: een onverwachte mentale helderheid en terugkeer van geheugen vlak voor iemand sterft, met name bij mensen met zware psychologische of neurlogische aandoeningen als ernstige schizofrenie en Alzheimer. Een aantal cases wordt hier besproken;
  • zelfbewustzijn en een hoger IQ dan verwacht op basis van de hersenwetenschappen bij mensen met een zeer ernstige vorm van hydrocefalus (waterhoofd);
Veel materialistisch-reductionisten zetten voor hun skepsis Ockhams scheermes in: het principe dat men niet het bestaan van iets moet veronderstellen als onze ervaringen ook op een andere manier kunnen worden verklaard. Laat ik vooropstellen: de toepassing van Ockhams scheermes heeft ons veel gebracht, waaronder kennis over ons lichaam en daarmee genezing van voorheen ongeneeslijke kwalen. Maar Ockhams scheermes bewerkstelligt ook, dat de wetenschap vooral dat zal vinden waartoe zij haar zoekveld heeft beperkt: een fysieke verklaring voor een fysieke werkelijkheid, een beschrijving van mechanismen.

De wetenschap vertelt ons volgens mij dan ook net niks over de antwoorden op de Grote Vragen naar wat zich buiten of naast de door haar beschreven mechanismen zou kunnen afspelen. Ockham zelf zou het in ieder geval vast geen goed idee gevonden hebben om het bovennatuurlijke van een werkelijkheid tot een veronderstelling te reduceren. Hij was namelijk monnik...

De regenboog bestaat nog steeds als alle mensen blind worden.
Zou dat niet ook voor de ziel kunnen gelden?

(Een interessante video van onderzoekers naar BDE's vind je hier, waarin Sam Parnia als schrale troost voor zielezoekers met redelijke zekerheid weet te melden: "Death seems to be a very pleasant experience for people")

***
 
Niets cadeau - Wislawa Szymborska
 
Niets cadeau gekregen, alles te leen.
Tot over mijn oren in de schulden
zal ik met mezelf
voor mezelf moeten betalen,
mijn leven voor mijn leven geven.
 
Het is nu eenmaal zo geregeld
dat het hart terug moet
en de lever terug moet
en elke vinger afzonderlijk.
 
Te laat om het contract te verbreken.
De schulden moeten worden geïnd,
het vel over de oren gehaald.
 
Op de wereld loop ik rond
in de menigte van andere schuldenaren.

Sommigen zijn verplicht
hun vleugels af te betalen.
Anderen moeten of ze willen of niet
hun blaadjes afrekenen.
 
Aan de debetzijde
staat elk weefsel in ons.
Geen wimpertje, geen steeltje
mogen we voorgoed behouden.
 
De lijst is uitputtend
en het ziet ernaar uit
dat we niets zullen overhouden.
 
Ik kan me niet herinneren
waar, wanneer en waarom
ik zo’n rekening heb laten openen.
 
Het protest daartegen
noemen we de ziel.
En dat is het enige
wat niet op de lijst staat.

woensdag 12 september 2012

Stemadvies

Ik kan me nog goed dat ik voor het eerst mocht stemmen. Ik was helaas net de Tweede Kamer verkiezingen van 1998 misgelopen, maar mocht 2000 dan eindelijk mijn passief stemrecht laten gelden. Dat bij deze verkiezing de dijkgraven werden gekozen, maakte niks uit voor mijn gevoel van opwinding: ik mocht als burger mijn stem laten gelden, dit was democratie! Voor mij hoeft de opkomstplicht dan ook niet te worden heringevoerd: ik beschouw stemmen als een bijzonder voorrecht. Je hoeft maar het één en andere te lezen over landen als Cuba, de voormalige Sovjet-Unie, Afhanistan en Irak om te weten dat je er beter dankbaar voor kunt zijn dat je in ons land in de gelegenheid wordt gesteld om (zij het meestal indirect) mee te beslissen over het overheidsbeleid.

Een paar dagen geleden haalde ik bij de bibliotheek een boekje van Aleid Schilder: Schuldig, maar hulpeloos. Zij beschrijft in dit boekje de relatie tussen psychische problematiek en christendom, en in het bijzonder de relatie tussen depressie en het gereformeerde geloof. Ze benoemt bijvoorbeeld de volgende (psychisch) schadelijke elementen uit de leer van de christelijke kerk:
  • de mens is nietig en slecht, een 'ellendige zondaar': hij moet echter proberen vlekkeloos te zijn en perfect;
  • 'een klein getal' wordt uitverkoren en het ligt aan God wie dit zijn. Toch is de mens er voor verantwoordelijk als hij hier niet bij hoort. Er niet bij horen betekent: eeuwige verdoemenis;
  • subjectieve ervaring en emotionele beleving doen niet ter zake en staan geloof zelfs in de weg. Geloven is een zaak van blinde gehoorzaamheid;
  • de goede dingen die de mens bereikt worden hem in genade geschonken. Een gevoel van trots hierover vormt een bevestiging van zijn zonde. Voor tekortkomingen en mislukkingen draagt de mens wel verantwoordelijkheid;
  • God eist vervulling van een niet te vervulling wet.
  • er is één ware kerk die contact met de buitenwereld moet afhouden om besmetting tegen te gaan.
Ze haalt bovendien nog wetenschappers en therapeuten aan als Van Scheyen (1975, 1981), Bach (1984), Fromm (1976) Mowrer (1961(, Roberts (1950) en natuurlijk Carl Jung die de ongezonde uitwerking van de gereformeerde/protestantse leer hebben benoemd en beschreven. Eén van hen noemt "deze leer alles behalve angst wegnemend, maar angst inducerend." Een ander wijst op het verbod-of-subjectieve-beleving als het gaat om geloofstwijfel. Een derde spreekt over hoe het constante bewustzijn van tekort-schieten kan leiden tot onopgeloste wanhoop en extreme zelfafkeer.

Nu lijken verkiezingen en christendom op het eerste gezicht misschien weinig met elkaar te maken te hebben. Maar toen ik in vandaag mijn stem uitbracht, werd ik er plotseling bij bepaald hoe belangrijk het voor mij is om een stem te hebben en hem in vrijheid te mogen gebruiken. In het christendom wat mij gepresenteerd is, heeft de mens van het begin af aan zijn stem verkeerd gebruikt. Had ik in zijn plaats gestaan, dan had ik hetzelfde gedaan en dus is ieder individu medeschuldig aan de schoffatie van Gods heiligheid. God heeft dan ook alle reden om vertoornd te zijn en hiervoor een offer te eisen in de vorm van Jezus Christus. En zelfs dan wanneer een mens dit alles accepteert als de enige waarheid in leven en sterven, zal hij 's avonds steeds weer berouwvol op zijn knieeën moeten vallen om schuld te bekennen. Weliswaar vergeven, maar weer een dag niet voldaan aan Gods perfectie. Vrijheid met een zwart randje, zeg ik.

De schrijver van Genesis 3 laat God na de zondeval roepen: "Mens, waar ben je?" In het gereformeerdendom is het antwoord op die vraag voorgeschreven, namelijk: "In de shit". Ik geloof niet langer in antwoorden die bestaan uit hapklare brokken. Dat maakt mensen zo goed als mondood en dat lijkt mij nooit goed. Niet in een staat, niet in een relatie tot een mens en zeker niet in een relatie tot een God. Daarom hierbij: "God, als U er bent, ik wil mijn stem terug! En dan hoop ik dat U nog even wachten kunt op antwoord."

woensdag 5 september 2012

Jesus Camp

A few weeks ago I watched the Jesus Camp documentary by Rachel Grady and Heidi Ewing. Afterwards I was both shocked and scared.

I was shocked by the way these children were trained, indoctrinated to be judgemental about homosexuals, women who undergo abortion, nonbelievers, modern scientific theories, but also about their sinful selves by the adults they encounter in their homes, in their church and at their camp. Is this healthy? Is this Christian?

I was scared so see how these kids were brainwashed towards changing culture and taking over politics in the United States, all based on a collection of 66 book of which much more can be said than it to be the literal, perfect, infallible Word of God and of which completely different messages can be drawn than just the simplified one they were hearing. (A quick and small example: why are orthodox christian so concerned about a text about presumed homosexuality like Leviticus 18:22, but never speak about the uncleanliness of women during their period or after childbirth in the chapter before that? Or is the message from the Bible contextual after all?)

To be honest, I worry about what fundamentalism in any form could do to human rights. In The Netherlands, the occurence of violence against gays is increasing, especially in Amsterdam, presumably under the influence of islamic fundamentalism. But it's not just happening here: in the US as well, hate crime rates are reported to be going up. Could this have anything to do with the growth of evangelical christianity as portrayed in Jesus Camp? Brian Flemming made a video about his disappointment with this form of Christianity and although I don't agree with everything he says and much can be said additionally, I understand his anger, his disappointment and his desire to finish off religion alltogether. Thinking back of all the impossibilities my grandmothers and greatgrandmothers faced, just because they were locked into a fundamentalist system that preached women were to be submissive, should not teach, should not work, should not vote, should not... I don't want to go back to that!

But shock and scare were not the only things I experienced while watching Jesus Camp. My thoughts immediately went back to the bible camp that I visited when I was young. I most certainly would not want to say it was as extreme as Jesus Camp or that my camp leaders were anything like Becky Fischer, but we as children were definitely encouraged to 'give our lives to Christ' - without really knowing what that meant, of course. We were taught songs like 'To know Christ and then to make Him known' and bible verses 'For you have been bought with a price: therefore glorify God in your body' (1 Corinthians 6:20) - without understanding what this was all about.

I guess I don't disagree with teaching children spirituality, wonder or awe. But is it absolutely necessary to make 5 to 10 year olds repent over their sins and cry their hearts out in the process? Only to fry their brains with threats about eternal damnation, satans, demons that can only be conquered by Jesus Christ? Is fear the actual motivation to seek God then? I most certainly prefer the outlook of Ecclesiastes - it appeals not to fear, but is a fine, wise expression of human reality.

I am personally struggling with redefining the dogmas of my camp leaders and other christians I've met along the way, in such a way that I might be able to "know Christ and then to make him known" in a new and more rewarding sense. It's a goal I may never achieve, simply because I am the type of person that has a hard time taking definite (eternal) stands on almost any topic.

However, I have concluded that there is a starting point. My first task is to figure out a way to think about God, without creating a God of the gaps or some kind of supernatural Santaclaus. After that, I will probably need to rethink Jesus, who is at the least a remarkable person who even had meaning to people like nonviolent, pacifist Mahatma Gandhi. One outcome of the process is quite clear: I will not be be identified with Jesus Camp.