maandag 27 augustus 2012

Twijfel

Wie niet twijfelt, leert niets - Dirck Volkertzoon Coornheert

De bijbel vertelt het verhaal van Jezus' leerling Thomas, die niet kon geloven dat zijn doodgemartelde en begraven leraar Jezus door zijn vrienden weer-levend gezien was. Jezus verscheen gelukkig nóg eens aan zijn vrienden, inclusief Thomas, en zo overtuigde hij Thomas ervan dat hij echt was opgestaan. In christelijke kringen wordt Thomas dan ook graag als voorbeeld gesteld voor iedereen die niet begrijpt of niet kan geloven hoe de opstandingsvork in de bijbelse steel zit: "Broeder of zuster, ook twijfelaar Thomas ging geloven dat Jezus leefde na gestorven te zijn!" De onderliggende boodschap: "Goed voorbeeld, doet goed volgen - dus wees als Thomas en maal er niet om dat we met z'n allen de bizarre, buitengewone, irrationele claim maken, dat een dood, materieel lichaam volledig verdwijnt uit een graf om vervolgens in andere vorm dichte deuren te trotseren en te verschijnen aan zijn nabestaanden (en vis te eten en te koken).

Zo'n oproep om twijfels aan de wilgen te hangen, roept bij mij in de eerste plaats allerlei gedachten op over het hoe en wat van de opstanding uit de dood van Jezus, de betrouwbaarheid van de bijbelse verslaglegging over Jezus en zijn wonderen, enzovoorts. Voor een deel ligt mijn moeite om het verhaal rondom Jezus te geloven in de uniciteit ervan: het gebeurde maar één keer. Het is niet, zoals een degelijk wetenschappelijk experiment, te herhalen. De gebeurtenis onttrekt zich daarmee aan de manier waarop ik mijn leven leef: beperkt door de fysieke werkelijkheid.

Maar daarnaast vind ik het ook razend lastig dat de verhalen over Jezus' dood en opstanding op verschillende manier worden verteld. De ene evangelist zegt dit, de andere dat. Voor sommigen is dat een reden om de evangeliën betrouwbaar te verklaren. Voor anderen, zoals ik, is het een raadsel dat van zo'n indrukwekkende gebeurtenis de overlevering niet unaniem zijn. Ik weet zelfs nog waar en met wie ik was toen ik de eerste beelden zag van 9/11. De aanslagen op 9/11 waren een ongelooflijke gebeurtenis, maar nog altijd minder mindblowing dan de volledige verdwijning van het lijk van een dierbare vriend, die vlak daarna ineens weer levend te verschijnt! Dat er dan toch vier behoorlijk verschillende verhalen ontstaan, roept bij mij (en anderen) wel wat vragen op. De mensen van het eerste uur wisten toch zeker wel wie er als eerste bij het graf was gekomen? En waarom? En of er nu wel of geen engelen buiten of in dat graf zaten? En wat ze zeiden?

In de tweede plaats doe het me nadenken over de mate waarin een zintuigelijke waarneming van God mij zou kunnen overtuigen van het bestaan van die God.

Mijn voorwaarden voor een dergelijke waarneming zijn behoorlijk. Er zou een paranormale verschijning moeten plaatsvinden, die ik en anderen met hun zintuigen kunnen waarnemen, waarvan een zintuigelijk spoor achterblijft in de fysieke werkelijkheid en die iets omvat waarvan alleen ik kan weten. Denk een lichtende engel, die verschijnt voor mijn raam en twee gouden platen naar binnen werpt waardoor het raam breekt, terwijl op die gouden platen iets staat geschreven dat niemand kan weten en dit alles in het bijzijn van anderen, liefst atheïsten.

Zou zo'n fysiek ingrijpen mij inderdaad uitsluitsel bieden over mijn vraag naar hoe god zich verhoudt tot de zintuigelijke werkelijkheid? Ik zou in ieder geval met redelijke zekerheid durven veronderstellen dat het theïsme meer is dan een theoretisch standpunt. Maar tot nu toe heb geen engel voor mijn raam zien verschijnen en ik verwacht ook niet dat dit gebeurt. Dat betekent niet dat ik het ingrijpen van God in de zintuigelijke werkelijkheid bij voorbaat uitsluit - ik heb er alleen zelf geen ervaring mee. Eerlijk gezegd: zelfs het wonder van Jezus' opstanding voldoet niet aan mijn criteria, want Hij is uiteindelijk opgestegen uit ons aards bestaan richting hemel, zonder tastbare bewijzen achter te laten (dat wil zeggen: volgens Lucas, en veel beknopter beschreven ook in het vermoedelijk later toegevoegde slot van Marcus, maar niet Johannes of Mattheüs - of steeg hij misschien toch niet op?). Het is niet controleerbaar anders dan (één van) evangeliën op hun woord te geloven. Paulus kon het er in ieder geval mee doen, zo blijkt uit zijn eerste brief aan de Korinthiërs.

En zo kom ik uit bij de kernvraag van dit blog: wat sta ik mijzelf toe om te geloven, op basis van mijn eigen zintuigelijke indrukken, eventuele bovenzintuiglijke ervaringen, denken én de verhalen (narratieven) van anderen over deze dingen? Voor ik begon met bloggen was me al duidelijk dat er niet zoiets bestaat als één antwoord op die vraag, maar dat ik mezelf steeds weer zal moeten herinneren aan wat ik beschouw als het voor mij meest passende antwoord. Jezus heeft 2000 jaar geleden iets in beweging gezet, maar of het op één of andere manier nog te achterhalen valt wie hij was en wat dit betekent...?