woensdag 29 februari 2012

De magie van

Vandaag zag ik een reclame op TV: "Beleef de magie van Thialf". De magie van Thialf. Wat betekent dat in vredesnaam, de magie van Thialf?

Magie is volgens de Van Dale synoniem voor toverkunst. Wikipedia betrekt het bovennatuurlijke erbij. Als ik Google op "de magie van" krijg ik 3.400.000 hits. Er blijkt van alles magisch te worden genoemd: de vrouw, de kunst, de natuur, Mandela, het zonnestelsel, Myanmar, Rome. "Het goddelijke van" levert veel minder hits op (18.300 resultaten), evenals "de inspiratie van" (661.000). Als ik in het Engels zoek, levert "the magic of" maar liefst 287 miljoen hits op . Of dit iets zegt weet ik niet, maar het bevreemdt me dat mensen die naar Thialf gaan moeten worden getrokken met het woord magie.

De reclame voor Thialf deed me denken aan een boekentip die ik gisteren van iemand kreeg: Religion for Atheists van Alain de Botton. De Botton vindt het bovennatuurlijke klinkklare onzin, maar brengt wel het idee naar voren dat religies de mensheid iets te bieden hebben, dat het atheïsme (nog) niet heeft. Godsdiensten leveren de mensheid volgens De Botton goede ideeën aan, over hoe:
- we een gevoel van gemeenschap kunnen creëren;
- we blijvende relaties kunnen onderhouden;
- we gevoelens van jaloezie en ongeschiktheid kunnen overwinnen;
- hoe we de 24-uurs media kunnen ontsnappen;
- we kunnen reizen;
- we meer uit kunst, architectuur en muziek kunnen halen;
- we nieuwe bedrijvigheid kunnen creëren die gericht is op onze emotionele behoeften.

Bovenstaande lijstje heeft niet zoveel met magie te maken, maar De Botton zegt ook: "The underlying thesis is not that secularism is wrong, but that we have too often secularised badly – inasmuch as, in the course of ridding ourselves of unfeasible ideas, we have unnecessarily surrendered many of the most useful and attractive parts of the faiths."

Magie, geloof in het bovennatuurlijke, de erkenning van een hogere macht die je leven leidt... ik vermoed dat het zo'n attractive part is. Een onderdeel van godsdienst dat mensen bovendien lijken te missen. Het Sociaal Planbureau benoemt een trend van de afgelopen jaren: "de snelle verbreiding en democratisering van diffusere, geïndividualiseerde vormen van spiritualiteit".

Ik herinner me wat Max Weber heeft gezegd over de "disenchantment of the world", de onttovering van de wereld. Weber bedoelde hiermee dat in de moderne, geïndustrialiseerde en gerationaliseerde westerse wereld geen plaats meer was voor magische machten. Hij voorzag dat mensen op zoek zouden gaan naar nieuwe betovering, bijvoorbeeld in de kunst, de wetenschap, politieke stromingen (denk aan het nationaal-socialisme), om een antwoord te vinden op existentiële vragen. Weber heeft één en ander goed gezien, lijkt me.

Dat biedt mij helaas weinig soelaas. Wat is dat toch met de mens - altijd maar op zoek naar zingeving. Is de wereld ons te groot, zijn we bang en zoeken we enkel troost in iets dat we groter denken dan wijzelf? In de woorden van Harry Kuitert: komt alles wat van boven gezegd wordt, eigenlijk van beneden? Of hebben we een soort aangeboren antenne voor een bestaande metafysische werkelijkheid? In de woorden van Psalm 42 en Jeremia 2: dorst de menselijk ziel (daar heb je 'm weer!) naar God, zodat we op zoek zullen gaan naar God als bron van levend water? In hoeverre moet onze aanleg tot spiritualiteit na onze geboorte gecultiveerd worden? Kan cultivatie een gebrek aan spirituele aanleg compenseren? Waarom zijn sommige mensen meer spiritueel dan anderen? Kortom: is godsbesef een kwestie van genetische aanleg, socialisatie, sociale psychologische verschijnselen als cognitieve dissonantie of toch... predestinatie? Zucht...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten