zaterdag 25 februari 2012

Haat aan dilemma's

Ik lees op het moment vrijwel elke avond voor ik ga slapen een stukje uit 'Op zoek naar de onzichtbare God' van Philip Yancey. In dit boek zegt Yancey hele mooie dingen over twijfel, zoals wanneer hij een citaat van Frederick Buechner aanhaalt: "Without somehow destroying me in the process, how could God reveal himself in a way that would leave no room for doubt? If there were no room for doubt, there would be no room for me.” 

Een paar weken geleden lag nog 'Trusting Doubt' van Valerie Tarico op mijn nachtkastje. Kort samengevat stelt Tarico dat twijfel betekent dat er iets niet klopt en dat je je twijfel daarom grondig met onderzoeken. Het ontrafelen van haar geloof in God werd voor Tarico een soort Sinterklaas 2.0-ervaring. Je begint met een gevoel dat er 'iets' niet klopt, je eindigt bij de grote ontgoocheling: Sinterklaas blijkt helemaal niet te bestaan en alles eromheen (de tv-uitzending, het gedicht en cadeautje in je schoen, het bonzen op de deur met pakjesavond) is één grote poppenkast.

Tarico en Yancey hadden een vergelijkbaar vertrekpunt toen zij begonnen te zoeken naar de waarheid over God: Tarico  heeft een evangelische achtergrond, Yancey groeide op in een kerk die hij omschrijft als fundamentalistisch. Ze komen tot hele andere conclusies: Tarico noemt zichzelf een spirituele nontheist, Yancey blijft vasthouden aan zijn geloof in de christelijke God.

Lastig vind ik dat. Het zou zo prettig zijn wanneer iedereen die het geloof in de christelijke God onderzoekt, dezelfde conclusie zou trekken: "God bestaat en ik geloof." Niets is minder waar. Hierdoor krijgen mijn twijfels de neiging zich te gaan gedragen als een overslaande plaat: ik lees, ik denk, ik schrijf, maar ik vind niets dat mij absolute zekerheid kan garanderen. Tegelijkertijd realiseer ik me dat ik op zoek moet naar een groef. De Zwitserse psychiater Carl Jung zou dat vast met me eens zijn. Hij zei: "I have treated many hundreds of patients. Among those in the second half of life - that is to say, over 35 - there has not been one whose problem in the last resort was not that of finding a religious outlook on life."

Iemand die reageerde op mijn blog over Pancake Day & Dertigerdilemma interpreteerde het dertigersdilemma in de eerste plaats als een periode van twijfel over de verschillende dingen die je als mens wilt en kunt doen in je leven. Denk aan werk, opleiding, wel/geen/welke partner, wel/geen/hoeveel kinderen, etcetera. Wanneer je dertig bent, kun je een groot aantal dingen die je ooit wilde, afstrepen: je hebt een leuke baan, je hebt een goede opleiding en een aantal leuke cursussen gedaan, je hebt misschien een partner en/of kinderen, en zo niet dan heb je waarschijnlijk in ieder geval bedacht of je die wel/niet zou willen... Je bereikt dan een punt waarop je jezelf afvraagt: "Is dit alles" in de zin van: heb ik mijn hoogtepunten in dit leven allemaal al gehad? wordt het ooit nog beter dan dit? wanneer zal verval of ongeluk zich aandienen om mijn leven slechter te maken?

Misschien dat dit voor sommige mensen inderdaad het 'enige' wat het dertigersdilemma inhoudt (ik plaats 'enige' tussen aanhalingstekens, om maar aan te geven dat ik een dergelijk dilemma bepaald niet onderschat), maar ik denk dat aan ieder dertigersdilemma diepere existentiële vragen ten grondslag liggen. Die hebben niks te maken met de enorme keuzevrijheid aan consumptiemiddelen of de manier waarop we ons leven inrichten, maar met onze keuzemogelijkheden met betrekking tot religiositeit/spiritualiteit/zingeving.

Dat ik in de supermarkt uit 24 smaken jam kan kiezen en dat het maken van een keuze daardoor moeilijker wordt dan wanneer er slechts 6 smaken in het schap hadden gestaan, is tot daar aan toe. Ik heb zelf niet het gevoel dat ik écht iets misloop wanneer ik vandaag aardbeienjam kies in plaats van bramenjam: ik maak statistisch gezien namelijk een redelijke kans om oud genoeg te worden om alle 24 smaken een keer te proeven voor ik sterf.

Dat er zes grote wereldgodsdiensten zijn en daarnaast nog onvoorstelbaar veel andere manieren om zin te geven aan het leven, daar raak ik wel van in de war. Bij jam is er niet iets als een objectief best smakende jam. De één houdt nu eenmaal meer van aardbei, de ander meer van braam. Ten aanzien van aannames op het gebied van zingeving, heb ik de overtuiging dat sommige aannames 'meer waar' zijn dan andere, omdat ze niet goed naast elkaar kunnen bestaan. God bestaat wel of niet. God grijpt in in de zintuigelijke werkelijkheid of niet. God is kenbaar of niet. Maar omdat ik (a) niet de levensduur heb om alle variaties op die aannames een tijdje te proberen en (b) deze aannames niet empirisch te bewijzen zijn, zal het me nooit echt duidelijk worden welke aannames het 'meest waar' zijn. Ik moet dus kiezen op basis van... gevoel? ervaring? meerderheidsargumenten? Dat kiezen is in zichzelf al lastig genoeg, maar anders dan bij jam, kan een keuze voor of tegen die aannames grote consequenties hebben voor de manier waarop ik dit leven leid.

Ik sluit vandaag opnieuw af met een quote. Dit keer uit 'Alice in Wonderland' van Lewis Caroll:
Alice: Would you tell me, please, which way I ought to go from here?
The Cat: That depends a good deal on where you want to get to
Alice: I don't much care where.
The Cat: Then it doesn't much matter which way you go.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten