Kuitert zegt in dit boek onder andere: "Het woordje geloven hoeven we niet zo ingewikkeld te maken. Laten we er b.v. onder verstaan wat een vrouw bedoelt als ze zegt: "ik geloof helemaal in mijn man. (...) Zo geloven christen in Jezus. Ze hebben meer in hem gezien dan anderen. Wat dan? Dat wordt onder woorden gebracht in de christelijke traditie. Die kent niet alleen woorden van maar ook woorden over Jezus en daar sluiten christenen zich, nu eens meer dan weer minder zeker van hun zaak, bij aan. Om Jezus de kurk te noemen waarop onze wereld zal blijven drijven, om lief te hebben zoals Jezus, moet je in hem geloven."
Met die woorden spreekt Kuitert zich nog niet zozeer uit over de (on)waarheid van allerlei leerstellingen, die iemand zou moeten accepteren voor hij zich christen mag noemen (je vindt bijvoorbeeld op www.waaromgeloven.nl een hele stoet aannames, die gedaan moeten worden om in God te mogen geloven). Nee, Kuitert houdt het midden leeg. Hij schept ruimte om geloven op te vatten in brede zin: je hoort er niet pas bij als je de dogma's* uit de apostolische geloofsbelijdenis onderschrijft, maar het gaat erom om geïnspireerd te zijn om lief te hebben. De manier waarop Kuitert geloof invult, nodigt dan ook uit tot een 'levende oriëntatie' (ik vertaal het met: handelingsgerichtheid) in plaats van een oriëntatie op de receptiegeschiedenis van het evangelie en de kerkelijke doctrine over God en Jezus die uit die receptiegeschiedenis is voortgevloeid.
Toen Jezus op aarde rondliep, bestonden er (uiteraard) geen christelijke dogma's. Die dogma's zijn ontstaan, toen mensen onder woorden gingen brengen wat er volgens hen gebeurd was rondom de persoon van Jezus van Nazareth. Kuitert wijst er in zijn boek 'Jezus: nalatenschap van het christendom' terecht op dat die receptiegeschiedenis begint bij het evangelie van Marcus en alles wat hierop aan geschreven en gesproken tekst gevolgd is.
Anders dan veel mensen denken, betekent dat niet zonder meer dat het christendom een nutteloze exercitie is geworden als je niet precies gelooft wat het apostolicum je voorschrijft. Het apostolicum maakt immers deel uit van de manier waarop mensen de persoon Jezus hebben ontvangen en beschreven - de oudste versie is pas in 170 na Christus op schrift gesteld en maakt natuurlijk deel uit van de lange Joodse geschiedenis. God de Vader, God de Schepper hoeft niet opnieuw uitgevonden te worden - er werd voortgebouwd op wat bekend was.
Struinend tussen de boeken, kwam ik ook een kinderbijbel tegen. Woord voor Woord van Karel Eykman. Ook dit is een boek dat niet bouwt op dogma's, maar eruit filtert waar het werkelijk om gaat: de God van Israël, Jezus komen op voor de beklaagde. Zij kijken niet neer op wie er ellendig aan toe is. WIJ hoeven niet neer te kijken op wie er ellendig aan toe is. Onze handen zijn dichtbij als er leed is. Onze oren zijn dichtbij als er geluisterd moet worden. Onze ogen zijn dichtbij als wat verkeerd is aan het licht moet komen.
Om opnieuw met Kuitert te spreken:
"Jezus is door zijn woord, door zijn voorbeeld, door de verwachting die zich aan zijn persoon hecht, door de beweging die hij ontketend heeft en die door zijn geest gedragen wordt, een factor geworden in de menselijke wereld. Hij is nog veel meer dan alles wat hij ontketend heeft, maar hij is alvast daarin terug te vinden als een bewogen beweger van onze mensenwereld. Dat is wat het christendom met geloven in Jezus bedoelt."
Als dat geloven is, dan zit er toekomst in. En wie had ooit gedacht dat een Hazes-hit daar mooi bij zou aansluiten.
(* = het woord dogma betekent NB in eerste instantie 'mening'!)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten