donderdag 14 juni 2012

Kaarten op tafel

Vandaag las ik Boele Ytsma's 'Van de kaart'. Ik heb het in één ruk uitgelezen, want pagina na pagina leek het boek niet alleen maar over hem te gaan, maar ook over mij: het proces van existentiële twijfel dat je overvalt en waar je niet voor kiest, de eenzaamheid die hierbij hoort, de frustratie, het gevoel van totale verlorenheid nadat je kaartenhuis ("Kathedraal van Zekerheden) in elkaar gedonderd is, the point of no return, het zoeken naar: wat nu? Zelfs Ytsma's bittere nasmaak na een onbarmharmtige en genadeloze boek(?)bespreking van Klaas Hendrikse's 'Geloven in een God die niet bestaat' in een radioprogramma van Andries Knevel kwam me bekend voor: ik beluisterde de bewuste uitzending een aantal maanden geleden, toen ik zocht naar het orthodox-christelijke op het boek in kwestie. Net zoals Ytsma kwam ik van een koude kermis thuis: weinig liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid of zelfbeheersing vielen Hendrikse ten deel.

Ik heb nieuwe dingen geleerd uit het boek van Ytsma. De 'Emerging Church' beweging bijvoorbeeld, daar had ik nog nooit van gehoord. Er blijkt een Nederlandse tak actief te zijn. Al googlend kwam ik op het spoor van bloggers, die net zo twijfelen als ik en zich niet langer gelovig willen noemen, maar zoekend. Bizar hoe bekend hun vragen me nu in de oren klinken, terwijl ik ze een aantal jaren geleden rustig terzijde gelegd zou hebben om vooral medelijden te voelen.

Maar, Ytsma's boek gaat toch ook weer niet helemáál over mij. Anders dan Ytsma kan ik de beweging terug naar de kerk (nog) niet maken, zelfs niet in de voetsporen van de Emerging Church - getuige mijn vorige blog over "De 10 mooiste bijbelverhalen van Zwolle". Daarbij speelt het door mij zo beleefde geen-gehoor van de gevestigde (orthodoxe) kerken op de oproep van nota bene Klaas Hendrikse in zijn open brief aan Arjan Plaisier, scriba van de PKN. van 5 januari 2009:

In vele toonaarden is mij het afgelopen jaar te verstaan gegeven dat de vraag naar God’s bestaan niet wezenlijk, of zelfs een gepasseerd station zou zijn.
Bij lezingen in het land hoorde ik andere geluiden: voor velen die oprecht proberen te geloven is die vraag juist essentieel: wat valt er (nog) te geloven als het bestaan van God wordt betwijfeld? Voor sommigen is mijn boek een steun in de rug, voor anderen is het een brug te ver. Maar zij kunnen en willen niet terug naar “de God van hun jeugd”. Waar kunnen ze terecht?

Er is een plaats nodig waarin zoekende mensen zoals ik alle vragen kunnen stellen die ze op hun hart hebben, zonder dat de antwoorden vooraf vaststaan en zonder dat de mogelijke antwoorden onderscheidend zullen werken. Ytsma hoopt in zijn boek op zo'n plaats: een radicaal-katholieke kerk waarin de kloof tussen orthodox en vrijzinnig overbrugd wordt doordat de focus wordt verlegd van waarheid zoeken naar waarachtigheid betonen.

Als ik Ytsma goed begrepen heb, verwacht hij trouwens wel dat de "kerkgangers" van die radicaal-katholieke kerk het er tenminste over eens zullen zijn dat Jezus de ultieme inspiratiebron is voor de waarachtigheid die ze tentoon willen spreiden. Maar neigt dat nou niet alsnog naar de instandhouding van waarheidsclaims die twijfelaars nu juist van zich af proberen af te schudden? Op basis waarvan zou ik een dergelijk geloof kunnen of moeten aanhangen? Is het niet een "quick fix" voor het ineenstorten van die "Kathedraal van Zekerheden"? Een laatste stukje dat overeind mag blijven staan, omdat de naakte waarheid wel erg naakt is?

Ik heb geen antwoord op die vraag, maar verwacht dat Hendrikse het wel zal formuleren in zijn tweede boek: "God bestaat niet en Jezus is zijn zoon". Hij deed dat eigenlijk al met zoveel woorden in zijn eerste boek, door zich de kerk als een eetcafé voor te stellen, waar mensen van divers pluimage onder de maaltijd zouden kunnen spreken over God. Bijbel, Koran, de krant. Meer spiritualiteit, minder christendom. Ik weet niet of dat de toekomst van de kerk moet zijn. Ytsma bepleit terecht dat de kerk zijn bestaansrecht ontleent aan haar gericht-zijn op Jezus. En dus stel ik mezelf maar weer eens de gewetensvraag: Heeft de kerk, heeft mijn oude geloof nog toekomstmuziek in zich? Of kan ik maar beter nu alvast plaatsnemen in een wilelkeurig eetcafé en kijken of daar andere twijfelaars te vinden zijn...?









Geen opmerkingen:

Een reactie posten