Aan het begin van de middag was ik bij de opening van de grote finale van het project over de 10 mooiste bijbelverhalen in Zwolle. Het zonnetje scheen en ik was niet de enige die vond, dat dat mooi meegenomen was. De presentator zei namelijk: "Wat een prachtig weer! En weet je wat dat betekent? God is er bij!" Prompt wilde ik naar huis.
Ik ben de afgelopen maanden vreselijk allergisch geworden voor uitspraken die God reduceren tot ons voorstellingsvermogen. Wat nu, als het geregend had? Was God dan ergens anders geweest? Had daaruit gebleken dat God geen behoefte had aan het evenement? Zou het mislukt geweest? Is Gods goedkeurig zichtbaar in het weer?
Mijn oma zegt wel eens: "Wie moppert op het weer, die moppert op de Heer". Daaruit zou je dan moeten concluderen, dat God het weer bestuurt. Daar zie ik zelf niet zoveel heil in, maar ze zegt daarmee ook met zoveel woorden: "Hoe God zich tot het weer verhoudt, daar hebben wij mensen geen idee van". Dat is mijns inziens al een sterke verbetering ten opzichte van Gods zegen of nabijheid uit het weer te willen afleiden.
Het mooiste bijbelverhaal van Zwolle bleek trouwens (op basis van 5.000 stemmen) het Paasverhaal te zijn. Wat wilde ik graag dat ik daar zonder enige terughoudendheid naar kon luisteren als "waargebeurd" en "ongecompliceerd". Maar die tijd lijkt voorbij. De laatste dagen lees ik Harry Kuiterts 'Jezus: nalatenschap van het christendom'. Daarin lees ik tot nu toe nog geen schokkende nieuwe informatie. Het is meer een samenvatting van een door mij ingeslagen weg. Een weg die misschien niet zo goed meer past bij dat evenement over de 10 mooiste bijbelverhalen in Zwolle.
Diep in mijn hart vind ik het jammer. Ik kan het geluid van het evenement in de tuin horen en ik weet dat ik er geen deel vanuit maak. Of in ieder geval: er op zo'n andere manier deel vanuit maakt, dat anderen me waarschijnlijk niet langer herkennen als één-van-ons. Dat besef stemt me vaak tot nadenken. Heb ik het mis? Ga ik te ver? Zou ik niet kunnen terugkeren naar dat land van zeker weten?
Een bekende die ik tegenkwam in de trein van Utrecht naar Zwolle, wees me op 'Van de Kaart', een boek van Boele Ytsma. In dat boek -ik moet het nog lezen- vertelt hij over zijn proces van existentiële twijfel. Over (in zijn eigen woorden) hoe "alles dat heilig voor je was, veranderde in de meest onwaarschijnlijk onzin die je maar bedenken kon". Bij het (online) lezen van het eerste hoofdstuk van zijn boek, voel ik me even ietsje minder statenloos dan vanmiddag in het park.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten