Onlangs had ik een gesprek met iemand, die vond dat ik mijn aandacht op de verkeerde dingen richt. Deze persoon probeerde me duidelijk te maken dat ik vooral moet geloven als een kind en mij dus verre moet houden van alles wat in tegenspraak is met wat in de bijbel staat. Ik heb die opdracht van "geloven als een kind" nooit echt begrepen, temeer omdat hij in de bijbel niet letterlijk zo te vinden is. In Mattheüs staat: "Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan." En in Marcus: "Ik verzeker jullie: wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God, zal er zeker niet binnengaan." Over wat deze uitspraken te betekenen hebben, zijn de theologische meningen verdeeld: de uitleg varieert van een alternatieve lezing van het Grieks waardoor er staat: "het koninkrijk Gods ontvangen zoals een nieuwgeboren kind wordt ontvangen"tot het blij en afhankelijk naderen van God.
Geloven als een kind... Als ik kijk naar de kinderen in mijn omgeving, dan zeggen 2-jarigen de hele dag "wat is dat?" om rond hun 3e verjaardag over te gaan op "waarom?". Mijn geloof lijkt eigenlijk behoorlijk op dat van een kind. De persoon met wie ik sprak, bedoelde echter duidelijk een ander soort geloven, namelijk één van zonder vragen en blind vertrouwen. Kinderen kunnen dat over zich hebben, inderdaad, maar zo'n manier van geloven beangstigt me al bij voorbaat.
Als mensen zich nooit vragen zouden stellen, dan zouden we nu nog steeds geloven in het antieke denkbeeld van de wereld als een huis met drie verdiepingen: hemel - aarde - dodenrijk. Er zullen maar weinig mensen zijn die terug zouden willen naar die tijd (hoewel, het was wel lekker overzichtelijk?), want we weten inmiddels dat de vork anders in de steel zit. De aarde is een bolvorm, de hemel is niet boven de dampkring te vinden en in de kern van de aarde bevindt zich vermoedelijk een kern van metalen en niet het dodenrijk.
Waarom word ik dan opgeroepen om vooral geen vragen te stellen? Omdat de mogelijke antwoorden verwarring zullen kunnen scheppen in mijn beeld van de werkelijkheid (en dat van anderen). Daar houden mensen niet van, want verwarring tast zekerheden aan en mensen gedijen nu eenmaal het beste wanneer ze hun solide beeld van de werkelijkheid kunnen vasthouden. Ik kan daar over meepraten, maar kies ervoor tóch vragen te stellen. Die vragen komen namelijk toch wel: als ik ze niet stel, dan mijn kinderen.
Tot nu heeft al mijn gevraag me alleen nog niet veel opwekkends gebracht. Soms ben ik geneigd dan toch maar een materialistisch mens- en wereldbeeld te adopteren. Fijn overzichtelijk, van begin tot eind het subject van fysische processen. What you see, is what you get.
Als ik dit bedenk, bekruipt me automatisch toch weer de unheimische gevoel dat ik dan wellicht met het badwater (of de kribbe, zo je wilt) ook het kind weggooi. Het kind Jezus welteverstaan, ofwel Immanuel, God met ons. Het lijkt veilig aan te nemen dat Jezus tenminste een historische figuur was - dat doen tenminste de meeste historici wel. Maar dan...? Maagdelijke geboorte? De engelen, de herders, de wijzen uit het oosten? De wonderen? De kruisiging? De opstanding? Hemelvaart? Alleen al die laatste gebeurtenis conflicteert met ons huidige wereldbeeld - was de hemelvaart dan alleen bedoeld als hulpmiddel in het rouwproces van de discipelen? Het ene vraagteken na het andere popt weer op, en ik kan ze niet negeren.
Om mijn onzekerheid te overwinnen wijzen sommigen mensen me liefdevol op een optie die ook wel bekend staat als "Pascal's gok" of "Pascal's weddenschap". Pascal zei met zoveel woorden: "Je kunt rationeel niet bewijzen dat God bestaat. Maar wat voor kwaad zou het je doen als je erop gokte dat het waar was, en het blijkt niet zo te zijn? Je kunt er daarom beter voor kiezen te geloven dat het waar is, want daarmee verlies je niets". Ik krijg het niet voor elkaar daarmee mijn overslaande plaat weer op weg te helpen. Vandaag ben ik dan maar eens agnostische theïst. Denk ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten